Bestrijdingsmiddelen in diervoeders: accreditatie, bemonstering en analysemethoden
Achtergrond: residuen en regelgeving
Binnen de diervoedersector gelden strikte regels omtrent de aanwezigheid van residuen van bestrijdingsmiddelen. Deze residuen - afkomstig van landbouwkundige toepassing van insecticiden, herbiciden en fungiciden - kunnen in diervoedergrondstoffen terechtkomen, zoals granen, peulvruchten, zaden en bijproducten van de plantaardige voedingsmiddelenindustrie. Volgens Verordening (EG) nr. 396/2005 gelden er maximumresidugehalten (MRL's) voor bestrijdingsmiddelen in voedermiddelen. Deze normen beschermen zowel de diergezondheid als de voedselketen richting de consument.
Voor biologische voeders zijn de regels nog strikter: doorgaans geldt een algemene grenswaarde van 0,01 mg/kg, tenzij expliciet anders toegestaan onder Verordening (EU) 2018/848.
Bemonstering volgens EU 2002/63/EG
TLR voert bemonstering van diervoedergrondstoffen uit volgens de officiële methoden uit Richtlijn 2002/63/EG, die voorschrijft hoe representatieve monsters genomen moeten worden uit partijen met plantaardige oorsprong. Hierbij wordt het monster samengesteld uit minimaal 10 deelmonsters op verschillende punten binnen een partij. Het doel is het verkrijgen van een homogeen en representatief verzamelmonster.
Monstertransport en -opslag volgen strikt protocol: monsters worden koel, donker en zo snel mogelijk naar het laboratorium gebracht om afbraak van pesticiden te voorkomen. TLR voorziet hierin met gestandaardiseerde monsterkits en een logistiek proces conform ISO17025.
Accreditatie en analysemethoden bij TLR
TLR is ISO/IEC 17025:2017-geaccrediteerd (RvA L059) voor de analyse van bestrijdingsmiddelenresiduen in diervoeders en diervoedergrondstoffen. De geaccrediteerde analysemethoden zijn gebaseerd op LC-MS/MS-technologie en bestrijken o.a. de volgende stoffen:
- Chloormequat en Mepiquat - groeiregulatoren (NEN-EN 15055)
- DDAC en BAC - quaternaire ammoniumverbindingen
- Blauwzuur (HCN) - uit o.a. lijnzaad of amandelbijproducten
- Glyfosaat - veelgebruikte herbicide
- Diquat en Paraquat - bipyridyl-herbiciden
- Polaire pesticiden - zoals fosfonzuur, chloraat, perchloraat, glufosinaat
- Mycotoxinen - in verband met interacties met gewasbescherming
- Residuen van dithiocarbamaten (CS₂)
Deze analyses worden uitgevoerd met gevalideerde methoden die specifiek zijn voor voedermatrices. TLR beschikt ook over methoden om contaminatie met PAK's en PCB's vast te stellen - stoffen die ook via pesticidenformuleringen of opslagomstandigheden in diervoeders terecht kunnen komen.
Resultaatrapportage en interpretatie
De analyseresultaten worden vergeleken met de geldende MRL-waarden. Afwijkingen worden in risicocontrole-eenheden gerapporteerd (zoals mg/kg product) en zijn voorzien van interpretatieve toelichting. Wanneer residuen zijn aangetroffen, kunnen klanten optioneel aanvullend advies krijgen over herkomstherkenning, opslagcondities of importdocumentatie.
Ketenborging en traceerbaarheid
TLR ondersteunt GMP+, FAMI-QS, QS en VLOG-gecertificeerde voedermiddelenketens bij het borgen van voederveiligheid. De geaccrediteerde analyses kunnen integraal onderdeel zijn van ketenborgingsaudits of eigen kwaliteitsprogramma's. Traceerbaarheid wordt gewaarborgd via digitale monsterregistratie en rapportering met batchherkomst.
Samenvatting
De aanwezigheid van pesticidenresiduen in diervoedergrondstoffen vereist structurele controle. Met ISO17025-accreditatie en expertise in LC-MS/MS-analyse biedt TLR volledige ondersteuning: van bemonstering tot interpretatie. Zo draagt TLR bij aan voederveiligheid, compliance en internationale ketenborging in feed-productie.
Meld je aan voor de laatste tips en adviezen dat je gelijk in de praktijk kunt brengen.