Mycotoxines in diervoeders

Risico's, regelgeving en laboratoriumanalyse.

Ontstaan en resistentie

Mycotoxines zijn toxische metabolieten die ontstaan door schimmels zoals Fusarium, Aspergillus en Penicillium. Ze ontwikkelen zich op voedermiddelen zoals granen en maïs tijdens de teelt of opslag onder warme, vochtige omstandigheden. Door hun chemische stabiliteit blijven ze intact tijdens opslag, transport en standaard bewerkingen zoals persen of extruderen.

Belangrijkste mycotoxines in voedermiddelen

Mycotoxine

Schimmelgeslacht

Voedermatrixen

Aflatoxine B1

Aspergillus spp.

Maïs, pinda's, katoenzaadmeel

Deoxynivalenol (DON)

Fusarium spp.

Tarwe, maïs, gerst, bijproducten

Zearalenon (ZEA)

Fusarium spp.

Maïs, tarwe, gerst

Fumonisinen (B1, B2)

Fusarium spp.

Maïs, maïsglutenvoer

T-2 / HT-2 toxines

Fusarium spp.

Haver, gerst, tarwe

Ochratoxine A (OTA)

Aspergillus, Penicillium spp.

Voedergranen, voedermeel

Enniatines, Beauvericine

Fusarium spp.

Tarwe, maïs, gerst

Risico's voor diergezondheid en ketenintegriteit

  • Productiedieren: verminderde voeropname, groeiachterstand, reproductiestoornissen, immunosuppressie
  • Melkvee: afname melkproductie, aflatoxine B1 → aflatoxine M1 in melk
  • Varkens: gevoelig voor DON (braken, voerweigering) en ZEA (hormonale effecten)
  • Kippen: verminderde eiproductie, OTA-accumulatie in lever

Carry-over: Aflatoxine B1 en OTA kunnen via melk, eieren of vleesproducten in de humane voedselketen terechtkomen.

Co-contaminatie en klimaatverandering

  • Co-contaminatie van meerdere toxines in één monster komt frequent voor
  • Interactie tussen DON, ZEA en fumonisinen verhoogt toxicologisch risico (synergisme)
  • Klimaatverandering veroorzaakt verschuivingen in besmettingsdruk en schimmelverspreiding, ook binnen opslagketens

Wettelijk kader en monitoring (diervoeder)

  • Richtlijn 2002/32/EG
    Maximaal toegestane gehalten voor ongewenste stoffen in diervoeder, o.a. aflatoxine B1, ZEA, DON en fumonisinen
  • Aanbeveling 2006/576/EG
    Monitoring van mycotoxineniveaus in voedermiddelen; signaleringswaarden voor fusariotoxines
  • Aanbevelingen 2012/154/EU en 2013/165/EU
    Monitoring en evaluatie van T-2/HT-2 en emerging mycotoxins
  • Verordening (EU) 2023/2782
    Officiële analysemethoden en bemonstering bij controle van voedermiddelen

Laboratoriumanalyse bij TLR

TLR analyseert voedermiddelen en diervoedergrondstoffen op mycotoxines conform ISO/IEC 17025 (RvA L059). Alle gebruikte methoden zijn gevalideerd en afgestemd op wettelijke vereisten en klantspecificaties.

Matrix

Analysemethode

Maïs, tarwe, granen

LC-MS/MS screening, confirmatie na cleanup

Voederbijproducten

Multi-mycotoxine-analyse (incl. DON, ZEA)

Oliën en vetrijke voedermiddelen

Targeted LC-MS voor aflatoxinen

Samengestelde voeders

Routine monitoring conform GMP+ protocollen

Detectielimieten voldoen aan de eisen van Richtlijn 2002/32/EG en gerelateerde aanbevelingen. Rapportages bevatten normverwijzing, meetonzekerheid en accreditatievermelding.

Diervoederketen en borging

  • GMP+ FSA
    Verplicht voor veel producenten en verwerkers; omvat risicogebaseerde monitoring van mycotoxines
  • SecureFeed
    Ketenborgingsprogramma met specifieke eisen voor monstername, analysefrequentie en leveranciersbeoordeling
  • Mestonderzoek (indicatief)
    Sporen van mycotoxinen in mest kunnen duiden op langdurige blootstelling en carry-over risico's

Conclusie

Mycotoxines in diervoeders vormen een risico voor diergezondheid, productieresultaten en voedselveiligheid. Door geaccrediteerde analyse, ketengerichte monitoring en naleving van wettelijke kaders ondersteunt TLR producenten en verwerkers bij het beheersen van deze risico's in een veranderend klimaat.


sluiten

Meld je aan voor de laatste tips en adviezen dat je gelijk in de praktijk kunt brengen.