Nieuws

Zo voorkom je bakkwaliteitsklachten en ketenclaims met een betrouwbare Falling Number

Zo voor­kom je bak­kwa­li­teits­klach­ten en ke­ten­claims met een be­trouw­ba­re Fal­ling Num­ber


Hoe een eenvoudige enzymmeting grote kwaliteitsverschillen verklaart in industriële bakkerijenWaarom bakkwaliteit van tarwemeel niet vanzelfsprekend isIn de voedingsmiddelenindustrie wordt iedere stap van het productieproces zorgvuldig bewaakt. Toch komen er situaties voor waarin eindproducten afwijken van de norm, terwijl het recept en de verwerking identiek zijn gebleven. Denk aan compact brood, onvoldoende rijzing of een afwijkende kruimstructuur. In veel van deze gevallen ligt de oorzaak in de grondstof zelf: tarwemeel.Een cruciale indicator voor de verwerkingseigenschappen van meel is de zogenaamde Falling Number. Deze meetwaarde zegt iets over de enzymactiviteit in het meel en is van groot belang voor molenaars, QA-managers en industriële bakkerijen.Wat is Falling Number en waarom is deze analyse zo belangrijk?De Falling Number-analyse (NEN-EN-ISO 3093) bepaalt de activiteit van het enzym alfa-amylase in meel of gemalen graan. Alfa-amylase breekt zetmeel af. Wanneer dit proces te snel verloopt, leidt dat tot onvoldoende structuurvorming tijdens het bakken.Tijdens de analyse wordt gemeten hoe lang een roerstaaf nodig heeft om door een verwarmde zetmeeloplossing te vallen. Een hoge enzymactiviteit resulteert in een waterige oplossing en dus een lage Falling Number-waarde. Een lage enzymactiviteit zorgt voor een stevige pap en een hogere waarde.Interpretatie van Falling Number-resultaten:Minder dan 200 seconden: te hoge enzymactiviteit, risico op kleverig of compact brood200 tot 300 seconden: aanvaardbare enzymactiviteit voor standaardtoepassingenMeer dan 350 seconden: lage enzymactiviteit, risico op droog kruim of onvoldoende garingDeze meting is essentieel voor kwaliteitsbeoordeling van graanpartijen en meelproducten. Het stelt bedrijven in staat om te anticiperen op verwerkingsgedrag, consistentie te waarborgen en klachten te voorkomen.Praktijkvoorbeeld: afwijkende bakresultaten door veranderde enzymactiviteitEen industriële bakkerij meldde plotselinge afwijkingen in het broodvolume en de kruimstructuur van een standaardproduct. De oveninstellingen, mengtijd en gistdosering waren ongewijzigd. Toch presteerde het brood onder de maat.Een Falling Number-analyse toonde aan dat het gebruikte meel een waarde van 190 seconden had, terwijl eerdere batches op 290 seconden lagen. Deze afwijking wees op verhoogde enzymactiviteit, waarschijnlijk veroorzaakt door vochtige opslag van de tarwe of vermenging met niet-gedroogde partijen.Door deze uitslag kon de molenaar de oorzaak herleiden en maatregelen nemen in de opslag en mengstrategie. Voor de bakkerij werd tijdelijk gecorrigeerd met een aangepaste premix, terwijl de inkoopcriteria werden aangescherpt.Voor welke bedrijven is Falling Number relevant?De Falling Number-analyse is breed toepasbaar binnen de voedselketen:Graanimporteurs gebruiken het voor classificatie en kwaliteitscontroleMeelfabrikanten stellen het in als norm in blends en partijacceptatiePremixproducenten gebruiken de waarde als basis voor receptontwikkelingIndustriële bakkerijen monitoren het om volumeklachten te voorkomenQA-managers nemen de meting op in hun grondstofcontroleplanDe analyse is bij TLR volledig geaccrediteerd onder ISO/IEC 17025:2017 (scope L059).Conclusie: meet Falling Number vóórdat klachten ontstaanKleine afwijkingen in enzymactiviteit kunnen grote effecten hebben op broodkwaliteit, verwerkingsgedrag en klanttevredenheid. Door Falling Number-analyses standaard in te zetten bij de beoordeling van meel of granen, voorkom je ketenproblemen en claims achteraf.Vraag bij voorkeur een analyse aan bij een geaccrediteerd laboratorium zoals TLR, zodat je zeker weet dat de meetwaarden betrouwbaar en reproduceerbaar zijn.Veelgestelde vragen over Falling NumberWat is een goede Falling Number-waarde voor standaard tarwemeel?Een waarde tussen 200 en 300 seconden geldt als optimaal voor de meeste broodtoepassingen. Extremen moeten worden vermeden.Hoe snel is een Falling Number-analyse beschikbaar?Bij TLR is een standaardanalyse doorgaans binnen 24 tot 48 uur na monsterontvangst beschikbaar.Wat kan invloed hebben op Falling Number-waarden?Oogstomstandigheden, opslagklimaat, vochtgehalte en het type tarwe hebben directe invloed op de enzymactiviteit en dus op de Falling Number.Stappenplan: zo werkt een Falling Number-analyseVermaal het graanmonster of gebruik direct meelWeeg een vaste hoeveelheid en meng dit met water tot een suspensieVerhit het mengsel tot gelvorming optreedtLaat een roerstaaf vallen in het verwarmde mengselMeet de tijd in seconden tot de staaf de bodem bereiktInterpreteer de waarde aan de hand van de gewenste baktechnische eigenschappen

28 juli 2025
Textielclaims onder de loep met vezelidentificatie en materiaalanalyse

Tex­tiel­claims onder de loep met ve­ze­li­den­ti­fi­ca­tie en ma­te­ri­aal­ana­ly­se

Wanneer zekerheid over vezels het verschil maakt tussen vertrouwen en twijfel in je ketenWaarom materiaalkennis steeds belangrijker wordt in textielDe textielsector staat onder druk. Consumenten eisen transparantie, merken communiceren over duurzaamheid, en certificeringen bepalen toegang tot markten. In dit spanningsveld neemt de vraag naar objectieve materiaalanalyse toe.Vezelidentificatie helpt om precies te bepalen welke grondstoffen werkelijk aanwezig zijn in een stof. Dit is essentieel voor kwaliteitscontrole, contractvalidatie, keurmerkverificatie en conflictbemiddeling.Wat houdt vezelidentificatie in?Vezelidentificatie is het bepalen van het type vezels in een textielmonster. Dat gebeurt via:Microscopie: visuele vergelijking van vezelstructuurVerbrandings- en oplosproeven: karakteristiek gedrag bij verhitting of in chemische reagentiaFTIR-spectroscopie: analyse van moleculaire bindingen voor synthetische vezelsDNA- of GMO-tests: detectie van genetisch gemodificeerde katoen of herkomstcontroleDeze methodes maken het mogelijk om onderscheid te maken tussen katoen, polyester, viscose, wol, linnen, acryl en gemengde samenstellingen.Casus: onverwachte mix van polyester in '100% katoen'-textielEen importeur van bedtextiel liet monsters testen na klachten van een retailer over pilling en krimp. Volgens het label betrof het 100% katoen. Vezelidentificatie toonde echter aan dat het materiaal voor 35% uit polyester bestond.De fout bleek bij de spinnerij te liggen: men had restmateriaal uit andere batches hergebruikt zonder aanpassing van het etiket. Door het meetrapport kon de importeur het probleem onderbouwen, de partij afkeuren en herverpakken. Tegelijk werd de leverancier gewezen op contractbreuk.Zonder laboratoriumbewijs was dit een lastige discussie gebleven.Wanneer is vezelidentificatie waardevol?Deze analyse is relevant bij:Inkomende goederencontrole (verificatie van leveranciersclaims)Certificeringsaudit (bijv. GOTS, Oeko-Tex, GRS)Klachtenonderzoek bij retailers of consumentenValidatie van specificaties bij private label-productieJuridische onderbouwing bij geschillen of recallsTLR is geaccrediteerd voor diverse vezel- en materiaalanalyses. De combinatie van klassiek microscopisch onderzoek en moderne chemische technieken zorgt voor betrouwbare, reproduceerbare resultaten.Belang van aanvullende materiaalanalyseNaast vezeltype worden vaak ook andere materiaaleigenschappen onderzocht:Pesticidenresiduen (voor biologische claims)Gossypolgehalte (bij katoenzaden)GMO-analyse (bij genetisch gemodificeerde katoen)Verkleuring, krimp, pilling (onder productbelasting)Deze parameters versterken de productinformatie en maken het mogelijk om claims, etiketten en keurmerken daadwerkelijk te onderbouwen.Conclusie: textielanalyse geeft zekerheid in een ondoorzichtige ketenZekerheid over materiaalsamenstelling is niet optioneel in een markt waar claims snel worden bevraagd. Vezelidentificatie en materiaalanalyse helpen om risico’s te beperken, aansprakelijkheid te reduceren en je ketencontrole aantoonbaar te maken.Zorg dat je bij afwijkingen of twijfel direct laat analyseren. De cijfers vertellen wat het label soms verzwijgt.Veelgestelde vragen over vezelidentificatieWat is de minimale hoeveelheid materiaal voor analyse?Een lapje van 5 × 5 cm is vaak al voldoende voor microscopie en oplosproeven. Voor DNA- of FTIR-tests zijn kleinere hoeveelheden bruikbaar.Is het mogelijk om blends te identificeren?Ja, mengsels van natuurlijke en synthetische vezels kunnen worden gekwantificeerd op basis van type en percentage.Wordt deze analyse geaccrediteerd uitgevoerd?Ja, TLR voert vezel- en materiaaltesten uit onder ISO/IEC 17025, met gebruik van gevalideerde methodes.Stappenplan: zo werkt een textielanalyseVerzamel een monster van het materiaal (liefst zonder afwerking of coating)Bepaal visueel of chemisch de vezelstructuur en materiaalsamenstellingAnalyseer op specifieke eigenschappen zoals krimp, rek, verontreiniging of GGOVergelijk met productspecificatie, etiket of contractRapporteer afwijkingen en bespreek mogelijke vervolgstappen

28 juli 2025
Vetkwaliteit onder controle houden met peroxidegetal en verzepingswaarde

Vet­kwa­li­teit onder con­tro­le hou­den met per­oxi­de­ge­tal en ver­ze­pings­waar­de

Waarom goede oliën pas echt betrouwbaar zijn met de juiste laboratoriummetingenWaarom vetten gevoelig zijn voor kwaliteitsverliesVetten vormen een onmisbaar ingrediënt in talloze voedingsproducten. Toch is de kwaliteit ervan allesbehalve vanzelfsprekend. Opslag, transport en herkomst spelen een cruciale rol in oxidatie, smaakafwijkingen of verminderde functionaliteit.Kwaliteitsproblemen met vetten worden zelden op tijd herkend. Vaak pas als producten ranzig ruiken, bros worden of consumenten klagen. Metingen zoals het peroxidegetal en de verzepingswaarde helpen om deze risico’s vroegtijdig in beeld te brengen.Wat zegt het peroxidegetal over vetkwaliteit?Het peroxidegetal meet het gehalte aan peroxiden: de eerste afbraakproducten bij vetoxidatie. Een verhoogde waarde duidt op een beginnend of gevorderd bederfproces, wat directe gevolgen heeft voor geur, smaak en houdbaarheid.Indicatieve waarden (meq O₂/kg vet):0 tot 5 = vers vet, goede kwaliteit5 tot 10 = begin van oxidatie10 = geoxideerd, niet geschikt voor consumptieDeze meting vormt een essentiële indicator voor versheid, maar zegt niets over de oorspronkelijke samenstelling. Daarom is het belangrijk om ook de verzepingswaarde te bepalen.Wat vertelt de verzepingswaarde over samenstelling?De verzepingswaarde meet hoeveel kaliumhydroxide nodig is om het vet volledig te verzepen. Dit geeft inzicht in de vetzuurlengte en daarmee de oorsprong of mogelijke vermenging.Hoge verzepingswaarden wijzen op korteketenvetzuren (bijv. kokosolie)Lage verzepingswaarden wijzen op langeketenvetzuren (bijv. visolie)De waarde fungeert als vingerafdruk van een vetsoort. Afwijkingen kunnen duiden op bijmenging met goedkopere oliën, of op etiketteringsfouten. Deze analyse wordt vaak ingezet bij handelsgeschillen of validatie van specificaties.Aanvullende analyses voor vetstabiliteitNaast peroxidegetal en verzepingswaarde bieden ook andere parameters extra inzicht:Anisidinegetal: meet secundaire oxidatieproductenTOTOX-waarde: optelsom van beide, geeft totaal oxidatieniveau aanZuurgetal: wijst op hydrolyse en vrije vetzurenBij voorkeur worden deze metingen gecombineerd om het volledige oxidatieprofiel van een olie of vet te beoordelen.Casus: margarineklacht leidt tot herziening van opslagprotocolEen producent van industriële margarine kreeg klachten van bakkers over afwijkende geur en smeerbaarheid. In eerste instantie werd gedacht aan een fout in de receptuur.Labonderzoek toonde echter een peroxidegetal van 12,5 meq O₂/kg, boven de toegestane grens. De verzepingswaarde week bovendien af van het referentiebestand, wat duidde op bijmenging.De oorzaak bleek een fout in de opslaglogistiek van de toeleverancier. De olie werd blootgesteld aan temperatuurschommelingen, wat oxidatie versnelde. Daarnaast bleek de aangeleverde zonnebloemolie gedeeltelijk te zijn vermengd met sojaolie.Met de geaccrediteerde meetrapporten kon de producent de partij afkeuren én de leverancier aansprakelijk stellen.Wie profiteert van deze analyses?Deze vetanalyses zijn van belang voor:QA-teams van voedingsmiddelenproducentenInkopers van plantaardige en dierlijke vettenPrivate label leveranciers met exportverplichtingenProductontwikkelaars van sauzen, margarines, supplementenLaboratoria en auditteams bij handelsinspectiesAlle analyses zijn bij TLR opgenomen in de ISO/IEC 17025-accreditatie (scope L059), onder methodes TL382.24A (peroxidegetal) en TL382.28 (verzepingsgetal).Risico’s bij ontbreken van vetanalysesEtiketteringsfouten blijven onopgemerktRanzigheid veroorzaakt klachten of retourstromenFraude (bijmenging) blijft buiten beeldJuridische claims zijn moeilijk onderbouwbaarDoor regelmatig te meten voorkom je ketenschade en bescherm je je productreputatie.Conclusie: vetkwaliteit borg je op cijfertjes, niet op geurEen olie die vandaag helder oogt, kan morgen geoxideerd zijn. Door structureel te meten op peroxidegetal en verzepingswaarde borg je kwaliteit, herkomst en stabiliteit. Deze parameters maken het verschil tussen onderbuikgevoel en analytisch bewijs.Laat analyses uitvoeren door een geaccrediteerd laboratorium, zodat de resultaten houdbaar zijn in audits, claims en correctieprocessen.Veelgestelde vragen over vetanalysesWat is het verschil tussen peroxidegetal en verzepingswaarde?Het peroxidegetal meet oxidatie, de verzepingswaarde geeft informatie over de vetzuursamenstelling.Welke norm geldt voor het peroxidegetal?Voor consumptievetten wordt meestal <10 meq O₂/kg als grens gehanteerd, afhankelijk van producttype.Kan bijmenging met goedkopere olie worden aangetoond?Ja, afwijkende verzepingswaarde of joodgetal kan wijzen op vermenging.Stappenplan: zo werkt een vetanalyseNeem een representatief monster van de olie of het vetproductBepaal het peroxidegetal via titrimetrie (NEN-EN-ISO 3960)Meet de verzepingswaarde (NEN-EN-ISO 3657)Vergelijk met productspecificaties of normwaardenRapporteer afwijkingen en beoordeel risico’sGebruik resultaten voor claims, corrigerende maatregelen of ketensturing

28 juli 2025
Voedingswaardenonderzoek als basis voor etikettering en productontwikkeling

Voe­dings­waar­den­on­der­zoek als basis voor eti­ket­te­ring en pro­duct­ont­wik­ke­ling

Waarom nauwkeurige analyse cruciaal is voor vertrouwen in je productlabelEtikettering begint niet bij marketing, maar in het laboratoriumEen etiket is veel meer dan verpakking: het is een wettelijk document, een belofte aan de consument en een toetsingspunt voor inspecties. Toch worden fouten in voedingswaarden nog vaak pas opgemerkt als het al te laat is: bij recalls, afkeur op exportmarkten of onduidelijkheid rond gezondheidsclaims.Om die risico’s te vermijden, is voedingswaardenonderzoek essentieel. Niet via rekenmodules of verouderde databases, maar via representatieve monsters en geaccrediteerde meetmethoden.Wat wordt onderzocht bij voedingswaardenbepaling?Een standaard voedingswaardenonderzoek richt zich op de zogeheten Big 8:Energie (kcal/kJ)EiwitKoolhydratenSuikersVetVerzadigd vetVezelZout (natriumgehalte)Daarnaast kunnen aanvullende parameters worden bepaald, zoals:Vitamines (bijv. B12, D, E)Mineralen (zoals calcium, ijzer, magnesium)AlcoholgehalteOrganische zurenDeze gegevens vormen de basis voor de verplichte voedingswaardetabel volgens Verordening (EU) 1169/2011.Casus: verschil tussen label en lab leidt tot recall in exportmarktEen producent van plantaardige eiwitdranken liet routinematig de voedingswaarden berekenen op basis van grondstofspecificaties. Bij export naar Scandinavië eiste de afnemer een geverifieerd labrapport.Het onderzoek wees uit dat het daadwerkelijke suikergehalte 17% hoger lag dan opgegeven, en het eiwitgehalte 10% lager. Dit had gevolgen voor zowel de gezondheidsclaim (“hoog in eiwit”) als de energiewaarde op het etiket.De partij werd teruggetrokken, de verpakking aangepast en het QA-protocol uitgebreid met halfjaarlijkse labanalyses.Waarom kiezen voor laboratoriumanalyse in plaats van berekening?Berekeningen op basis van recepturen en databases zijn alleen betrouwbaar als:Ingrediënten constant van samenstelling zijnEr geen thermische verwerking plaatsvindtEr geen fermentatie, enzymatische splitsing of mengveranderingen optredenZodra producten worden gebakken, gefrituurd, geconserveerd of gefermenteerd, ontstaan significante afwijkingen tussen theoretische waarden en meetwaarden. Alleen een geaccrediteerde analyse geeft dan juridisch houdbare en marktconforme cijfers.Hoe wordt voedingswaardenonderzoek uitgevoerd?TLR voert deze onderzoeken uit onder accreditatie (scope L059), met gebruik van:Kjeldahl-methode voor eiwitSoxhlet of zure hydrolyse voor vetTitratie voor suikersCalorimetrie of berekening op basis van geanalyseerde waardenNEN- en ISO-normen conform Europese wetgevingDe combinatie van chemische analyse en controlemonsters zorgt voor reproduceerbare, auditbestendige rapporten.Voor wie is dit onderzoek verplicht of sterk aanbevolen?Producenten van retailproducten (etikettering verplicht vanaf >1 ingrediënt)Private label leveranciers met contractuele eisenExporteurs richting markten met aanvullende regelgeving (zoals Scandinavië, Zwitserland, VS)Voedingsbedrijven met gezondheidsclaims of nutrient profilingOntwikkelaars van nieuwe producten of reformuleringenTLR biedt ook ondersteuning bij heretikettering, batchvergelijking en verificatie na receptwijziging.Conclusie: een sterk label begint met een sterk labrapportVertrouwen in je product begint bij de cijfers achter je etiket. Voedingswaardenanalyse maakt niet alleen je verpakking betrouwbaar, maar voorkomt ook juridische risico’s en marktverliezen.Maak voedingsanalyse tot een vast onderdeel van je QA-proces. Niet omdat het moet, maar omdat het loont.Veelgestelde vragen over voedingswaardenonderzoekIs voedingsanalyse verplicht voor elk product?Ja, zodra je voedingsmiddelen op de markt brengt met meer dan één ingrediënt, is een voedingswaardetabel wettelijk vereist.Mag ik voedingswaarden berekenen i.p.v. laten meten?Alleen als het recept stabiel is en niet wordt verwerkt. Bij twijfel of export is laboratoriumanalyse sterk aanbevolen.Welke analysemethoden worden gebruikt?TLR werkt met geaccrediteerde NEN- en ISO-methodes, waaronder NEN-ISO 1443 (vet), NEN-ISO 937 (eiwit), ISO 6865 (vezel).Stappenplan: zo werkt voedingswaardenonderzoekVerzend een representatief monster of batchLaat analyseren op de Big 8 en eventueel extra parametersOntvang een geaccrediteerd labrapport met alle waardenGebruik dit rapport voor etikettering, productspecificatie en auditverantwoording

28 juli 2025
Schommelende voedermix en afwijkende prestaties bij varkensvoer oplossen met DNA-analyse

Schom­me­len­de voe­der­mix en af­wij­ken­de pres­ta­ties bij var­kens­voer op­los­sen met DNA-ana­ly­se

Schommelende voedermix en afwijkende prestaties bij varkensvoer oplossen met DNA-analyse, Hoe moleculaire identificatie verrassende oorzaken blootlegt in diervoederkwaliteitWanneer standaardanalyses geen duidelijke oorzaak gevenVarkenshouders klagen over verminderde voeropname, afwijkende geur en inconsistent gedrag in hun stal. De technische dienst van een mengvoederfabrikant controleert de formulering, herhaalt de standaardbepalingen voor eiwit, vet en vocht, maar vindt geen directe afwijking. Toch blijft de klacht terugkomen, batch na batch.In zo’n geval kan DNA-analyse uitkomst bieden. Waar klassieke analysemethoden eindigen bij chemische samenstelling, kijkt DNA-identificatie naar de biologische herkomst van ingrediënten. Deze aanpak wordt steeds belangrijker in een markt waar reststromen, bijmenging en global sourcing de norm zijn.Wat doet een DNA-analyse in diervoeder?DNA-analyse in voederproducten maakt het mogelijk om planten- of dierlijke soorten op moleculair niveau te identificeren. Met behulp van PCR-technologie (Polymerase Chain Reaction) worden sporen van DNA-sequenties versterkt en vergeleken met referentieprofielen.Toepassingen in de praktijk:Herkomstverificatie van plantaardige componenten (bijv. soja, mais, tarwe)Detectie van niet-toegestane dierlijke bestanddelenOphelderen van contaminatie door ongewenste soortenControle op samenstelling bij leveranciers of externe mixersIn het geval van afwijkende prestaties bij varkensvoer kan een DNA-profiel aantonen of er bijvoorbeeld een wisseling is geweest van mais naar sorgo, of de aanwezigheid van grassen die niet in de productspecificatie thuishoren.Casus: onverklaarde voerklachten bij een GMP+-gecertificeerde producentEen diervoederproducent werd geconfronteerd met terugkerende klachten over geurafwijkingen en slechtere voeropname bij een specifieke productielijn voor vleesvarkens. De GMP+-documentatie was volledig op orde. Analyses van vocht, vet en eiwit vielen binnen specificaties.Een aanvullende DNA-analyse bracht aan het licht dat een nieuwe batch soja uit een andere herkomststreek sporen van lupine en veldboon bevatte. Deze peulvruchten waren niet gedeclareerd, bleken door dezelfde leverancier verwerkt, en beïnvloedden de geur én verteerbaarheid van het product.De leverancier paste na deze constatering zijn scheidingsprotocol aan en de producent scherpte de specificatie-eisen aan. Door de inzet van DNA-analyse werd de herkomst en samenstelling met zekerheid vastgesteld.In welke situaties is DNA-analyse van diervoeder waardevol?DNA-profielen zijn vooral zinvol in situaties waarin klassieke parameters onvoldoende onderscheidend zijn:Bij structurele klachten zonder duidelijke chemische afwijkingenVoor traceerbaarheid in complexe grondstofketensBij verdenking van fraude of onjuiste labelingAls borgingselement bij private schema’s of internationale handelTLR voert DNA-analyses uit onder ISO/IEC 17025-voorwaarden binnen geaccrediteerde laboratoriumomgevingen, conform actuele methodestandaarden.Conclusie: zet DNA in als controle-instrument bij onverklaarde klachtenEen voedermengsel kan aan alle normcriteria voldoen, en toch afwijkend gedrag veroorzaken in de stal. In zulke gevallen biedt DNA-analyse een diepere blik op de biologische identiteit van ingrediënten. Deze aanpak vergroot de traceerbaarheid, ondersteunt risicobeheersing en helpt producenten om proactief te sturen op constante voederkwaliteit.Vraag een DNA-screening aan wanneer klachten structureel zijn, maar meetwaarden beperkt verklarend zijn. De inzichten uit moleculair onderzoek helpen bij het scherpstellen van je leveranciersbeleid en verhogen de betrouwbaarheid van je voedermatrix.Veelgestelde vragen over DNA-analyse in diervoederWat voor soort afwijkingen kan een DNA-analyse aantonen?Verkeerde planten- of dierensoorten, niet-declaraties, contaminaties of menging met onbekende componenten.Is DNA-analyse geaccrediteerd binnen diervoederonderzoek?Ja, TLR voert DNA-analyses uit onder ISO/IEC 17025 en werkt volgens gevalideerde PCR-methoden.Wordt DNA-onderzoek ook gebruikt voor juridische geschillen?Ja, het biedt objectieve en reproduceerbare resultaten die gebruikt kunnen worden in claims of kwaliteitsconflicten.Stappenplan: zo werkt DNA-analyse op voederproductenVerzamel een representatief monster van het voeder of grondstofVoer extractie uit van DNA met gespecialiseerde apparatuurAmplificeer specifieke genfragmenten met PCR-techniekVergelijk met referentie-DNA uit erkende databankenRapporteer welke soorten gedetecteerd zijn, inclusief eventuele contaminatiesGebruik het rapport voor correctieve acties, validatie of ketenaanscherping

28 juli 2025
sluiten

Meld je aan voor de laatste tips en adviezen dat je gelijk in de praktijk kunt brengen.